Celsus-Talma Conferentie 2017

Zorginkoop en –verkoop: het spel en de spelers

Hoe ziet het spel van zorginkoop en –verkoop er uit? Wie zijn de spelers en wat zijn hun perspectieven? En hoe kan samenwerking rond zorginkoop en –verkoop verbeterd worden? Deze vragen stonden centraal op de Celsus-Talma Conferentie op 1 juni 2017 op de Vrije Universiteit Amsterdam.

Het doel van de conferentie was bijdragen aan de effectiviteit van de samenwerking rond zorginkoop en -verkoop. Belemmeringen voor doelmatige zorg werden inzichtelijk gemaakt door naar de perspectieven van verschillende spelers bij zorginkoop en –verkoop te kijken. Prominente sprekers uit de zorg reflecteerden op de verschillende rollen: Ernst van Koesveld (plaatsvervangend DG en directeur Ziektekostenverzekering VWS), Rob Adolfsen (voormalig bestuursvoorzitter Agis), dr. Bas Leerink (bestuursvoorzitter Medisch Spectrum Twente) en Hein Abeln (geassocieerd partner Bestuursadvies bij Twynstra Gudde).

Van Koesveld besprak de rol van overheid aan de hand van drie kernboodschappen. Zo gaat het de overheid om kostenbeheersing: ‘Het gaat om het spel, de spelers, maar zeker ook om de knikkers’, aldus Van Koesveld. Ook kampt de overheid met een paradoxale rol, waarbij ze niet over de zorg gaan maar er wel verantwoordelijk voor worden gehouden en als spelverdeler tegelijkertijd een speler is. Tot slot sprak Van Koesveld van een ‘Third party problem’, waarbij de overheid tussen ziekenhuis en verzekeraar staat ten dienste van de patiënt-verzekerde-premiebetaler.

Adolfsen reflecteerde op de rol van zorgverzekeraars aan de hand van de taken, drijfveren en imago van de zorgverzekeraars. ‘Simpel, maar niet eenvoudig’ waren die volgens hem. Zorgverzekeraars hebben uiteenlopende drijfveren en taken, als schadeverzekeraars en uitvoerders van de wet. Ze dromen over grote verzekerdenaantallen en zorgsturing, en voelen zich belangenbehartiger van hun verzekerden. Dit vindt plaats in een context waarin verandering lastig is, kostenbeheersing een grote rol speelt en de publieke opinie over zorgverzekeraars steeds negatiever wordt. Adolfsen zag dan ook noodzaak voor samenwerking bij inkoop en verkoop en refereerde naar de Loesje-uitspraak: . ‘Waarom moeilijk doen, als het samen kan? ’

Leerink zette uiteen hoe de ziekenhuizen te maken hebben met veel verschillende stakeholders, existentiële druk door dunne financiële marges en opvattingen in de buitenwereld die niet stroken met de praktijk. In deze context is een transparante verkoopstrategie niet altijd in het belang van het ziekenhuis. Gebrek aan transparantie biedt ruimte om verder te kijken dan alleen prijs en volume, waardoor andere zaken meegenomen kunnen worden in de onderhandeling. Daarnaast gaf Leerink het belang aan om samen te werken met medisch specialisten, omdat dit de kans vergroot dat gemaakte afspraken ook daadwerkelijk in praktijk gebracht worden.

Abeln reflecteerde als vierde op de rol van medisch specialisten bij inkoop- en verkoop van zorg. De belangrijkste vraag is volgens Abeln hoe maximale overlap van belangen van ziekenhuis en specialisten bereikt kan worden. Hij signaleerde drie kernproblemen die overlap van belangen moeilijk maken: versnippering (ieder voor zich), vervlakking (middelmatigheid) en vrijblijvendheid (geen commitment). Abeln benoemde een aantal do’s en don’ts hierbij. Specialisten kunnen altijd ‘de patiënt als joker in het spel’ inzetten, maar er zijn ook mogelijkheden voor samenwerking ‘als je de bezieling van specialisten weet te raken’, aldus Abeln.

Vervolgens was het woord aan prof. dr. Ab Klink, als voorzitter van het Talma Instituut. Klink kaartte een vijftal institutionele belemmeringen in relatie tot de kwaliteit van de zorg aan. Ook volgens hem kan dat samenwerking een oplossing vormen voor dergelijke belemmeringen.

Na de sprekers volgden workshops waarin inkoop- en verkoop casussen gesimuleerd werden. Hier moest de samenwerking gestalte krijgen. De casussen betroffen vraagstukken omtrent innovatie, integratie, gepaste zorg en kostenbeheersing. In de workshops moesten deelnemers vanuit het perspectief van de hen toebedeelde rol – overheid, zorgverzekeraar, ziekenhuis of medisch specialist – in discussie met andere partijen over een probleem. Het rollenspel liet zien dat een gezamenlijke stip op de horizon vaak goed vastgesteld kon worden. De weg daar naar toe verliep vaak moeizaam vanwege de verschillende perspectieven en belangen van de partijen. Het was voor veel deelnemers verhelderend om eens de rol van een ander te nemen. Zo zei een deelnemer: ‘Ik dacht altijd dat de medici alles voor het zeggen hadden, maar dat is helemaal niet zo!’

Na de workshops werd in een plenaire paneldiscussie besproken welke barrières voor doelmatige zorg en mogelijke oplossingen in de rollenspellen naar voren kwamen. Ter tafel kwamen onder andere de lastige weg van innovatie, vraagstukken rond substitutie en superspecialisaties, en second opinions bij low-value care. De discussie werd afgesloten met de constatering dat de Loesje-spreuk uit de presentatie van Adolfsen een belangrijke onderzoeksvraag is: het is moeilijk om samen te werken, maar een makkelijke weg is er niet.