Hondsdolheid en concurrentie tussen virologen
Hoe heftig uw kritiek ook is, geachte heer Koch, deze zal zonder succes blijven. Wacht in vertrouwen op de resultaten die de verzwakking van een virus te gelegener tijd biedt om de mensheid te helpen in haar strijd tegen de aanval van de ziekte, aldus een citaat uit een brief van Louis Pasteur aan Robert Koch.
De microbiologie kwam vanaf de tachtiger jaren van de negentiende eeuw op als nieuwe medische discipline. Rond 1895 waren het Pasteur Instituut in Parijs en het Instituut voor Infectieziekten van Robert Koch in Berlijn de meest prestigieuze onderzoekslaboratoria voor microbiologisch onderzoek in West-Europa. Louis Pasteur en Robert Koch waren legendarische wetenschappelijke concurrenten en stonden als vijanden tegenover elkaar sinds de Pruisisch-Franse oorlog van 1870-1871. Ze beschuldigden elkaar zonder enig schaamtegevoel van wetenschappelijke nonsens. Een van de belangrijkste principiële geschilpunten was de aanpak van infectieziekten. Virussen als ziektekiemen waren toen nog onbekend. Pasteur was voorstander van immunisatiemethoden, terwijl Koch vanuit hygiënistisch perspectief de voorkeur gaf aan volkgezondheidsmaatregelen, gericht op de bestrijding van ziekten.
Een voorbeeld van deze concurrentiestrijd betrof de bestrijding van hondsdolheid of rabiës, evenals Covid-19, Mers en Sars een virus dat zeer schadelijke gevolgen had. In 1885 ontwikkelde Pasteur een vaccin tegen rabiës. Hij probeerde de virulentie van micro-organismen te verzwakken door deze via onnatuurlijke gastheren door te geven. Pasteur isoleerde het rabiësvirus van een vos en gaf het door aan een konijn. Het konijn werd ziek, Pasteur isoleerde het verzwakte virus bij dit dier en injecteerde toen een ander konijn. Hij droogde het ruggenmerg van dit geïnfecteerde konijn en bereidde er een vaccin uit.
Pasteur had een menselijk proefkonijn nodig om het vaccin te testen. De ouders van het negenjarige jongetje Joseph Meier, dat door een dolle hond gebeten was, hadden van zijn werk gehoord en kwamen snel met Pasteur in contact. Zestig uur nadat de jongen was gebeten injecteerde Pasteur hem met het verzwakte virus, in de hoop dat hiermee afweerstoffen werden opgewekt. Hij gaf de jongen enkele vervolginjecties en tot ieders vreugde genas de jongen. Pasteur had met deze behandeling voor zichzelf een groot risico genomen, want hij was geen medicus.
Tot dan toe was de behandeling tegen hondsdolheid pijnlijk geweest. Bijtwonden werden meestal met carbolzuur behandeld, terwijl de kans op genezing relatief klein was. In het archief van de gemeente Enkhuizen berust een achttiende eeuws recept tegen hondsdolheid. De samensteller ervan adviseerde om op de beet van een dolle hond zo snel mogelijk verse aarde, tabak of slijk te smeren om het gif uit de wond te trekken. Daarna moest verwarmd bier-azijn met een half pond boter op de wond worden gebonden, afgedekt met loodwitzalf. De zieke moest dit een aantal dagen op de wond houden, terwijl hij zich onthield van vlees, sterk bier en sterke drank. Hevige gemoetsaandoeningen kunnen oogenblikkelijk den dood veroorzaken. Het behandelen van de wond door het uitsnijden, het branden der wonden en de Spaanse Vlieg-plaasters. zijn onnut. Aderlaten had volgens de samensteller weinig zin, want er waren er velen die niettemin [met dit recept] zijn genezen. Blijkbaar was deze oude methode succesvoller dan behandeling met carbolzuur.
Kort na de behandeling van Joseph Meier behandelde Pasteur de gebeten vijftienjarige schaapherder Jean Baptiste Jupille, die ook genas. Binnen een jaar werden 350 slachtoffers van hondsdolheid succesvol behandeld, zonder doden.
Koch leverde felle kritiek op Pasteurs hondsdolheidvaccin. Pasteur had niet het veroorzakende virus geïsoleerd, terwijl het aantonen van de ziekmakende kiem het belangrijkste onderdeel van Kochs methode was. Koch en zijn medewerkers ontkenden het nut van Pasteurs vaccin in alle toonaarden tot aan beschuldigingen van charlatanisme toe. Toch nam Koch, gedwongen door Pasteurs succes, diens methoden over in een eigen vaccinatiedienst tegen rabiës. Ondanks het rabiësvaccin overlijden jaarlijks nog altijd 40.000 tot 70.000 mensen aan onbehandelde hondsdolheid.
Bronnen:
https://historiek.net/louis-pasteur-pasteurisatie-hondsdolheid/89493/, ingezien op 13 juli 2020.
https://nl.bestarticleonline.com/vaccines-different-infectious-diseases, ingezien op 13 juli 2020.
https://www.westfriesarchief.nl/historie/schatkist/hondsdolheid, ingezien op 13 juli 2020.
G. van Doornum, T. van Helvoort, Corona & Co. Een eeuw onderzoek naar virussen in Nederland (Zutphen 2020).
A. Ullman, ‘Pasteur-Koch: Distinctive Ways of Thinking about Infectious Diseases’, in: Microbe 8 (2007) 383-387.