Marktwerking ‘werkt’, maar niet zoals dat was beoogd
6 april 2020
Op 11 maart vond het door ons georganiseerde symposium ‘De toekomst van de Marktwerking in de Zorg’ plaats bij de Rijksacademie in Den Haag. Ongeveer honderd bezoekers bezochten het symposium. Overall conclusie van deze dag is dat, ook al kan het altijd beter, de marktwerking in de zorg werkt, maar niet op de manier die het rationele stelsel van gereguleerde concurrentie had beoogd.
Prof Marco Varkevisser (Erasmus Universiteit) beet de spits af met een presentatie over de theorie van gereguleerde marktwerking in de zorg. Hij pleit voor balans tussen regulering en marktwerking, tussen marktfalen en overheidsfalen. Zijn boodschap: gebruik de markt waar dat kan, maar grijp in waar noodzakelijk.
Prof Hans Maarse (Maastricht University) prikkelde met een aantal stellingen: er is veel aandacht voor de verzekeringsmarkt, terwijl de lakmoesproef gaat om de zorginkoopmarkt. De markt is van alle tijden, alleen de inrichting verschilt: voorheen werden onderhandelingen op VWS gevoerd, tegenwoordig reguleren we decentrale onderhandelingen. Door politieke factoren en institutionele verhoudingen ziet de werkelijkheid er altijd anders uit dan de rationele plannen van beleidsmakers.
Prof. Dr. Roland Bal (Erasmus Universiteit) introduceerde vier sturingsmodellen: de overheid, de polder, de gemeenschap en de markt. Hij liet zien dat deze modellen over de tijd veranderen: van de gemeenschap naar samenwerking tussen overheid en polder, en met invoering van de Zvw naar een samenwerking tussen overheid en markt. Vanaf 2012 speelt de polder dan weer een grotere rol. Hij verwacht dat de gemeenschap de komende tijd weer belangrijker zal worden.
Marjo Vissers (VGZ) liet tot slot zien hoe VGZ de concurrentie tussen de ziekenhuizen aanwakkert. Door te benchmarken en het aandragen en ophalen van goede praktijkvoorbeelden stimuleert VGZ zorgaanbieders tot het leveren van zinnige zorg. Dit komt door de markt, maar regionalisering kan de bestuurlijke leegte juist vergroten, omdat het dan lastiger wordt de zorgprofessionals te bereiken.
Dagvoorzitter prof Patrick Jeurissen (Radboudumc) gaf vervolgens het woord aan de zaal. Een levendige discussie volgde, onder andere over administratieve lasten en de rol van de vrije artsenkeuze (artikel 13) en wat er allemaal mis zou zijn bij marktwerking in de GGZ. Al met al waren de panelleden toch positief-kritisch over de marktwerking in de zorg: het kan altijd beter, maar we moeten als Nederland ook tevreden zijn over ons zorgstelsel.
Belangrijke lessen en observaties:
- Marktwerking is een middel om een doel te bereiken: meer efficiëntie.
- Door zorginkoop moeten aanbieders prikkels krijgen om efficiënter te werken. De traditionele prijsmechanismen van zorginkoop werken echter niet.
- Het is de vraag welke rol verzekeraars innemen in de sturingsmodellen (prof Bal). Kan de rol van de verzekeraars niet worden overgenomen door overheid, of polder? Antwoord: nee, de verzekeraars hebben een cruciale rol als countervailing power. De overheid kan die rol niet nemen door politieke processen.
- De conclusie is dat de marktwerking in de zorg werkt, maar niet op de manier die het rationele stelsel van gereguleerde concurrentie had beoogd.