Economisch verantwoorde zorginnovatie in de paramedische sector: een utopie?

Chronisch gezond in een oerwoud van zorgaanbod

Onder de titel 'Chronisch gezond in 2030' presenteerde de Nationale DenkTank tijdens het eerste Zorgberoependebat een toekomstbeeld waarin zij pleit voor burgers die niet gericht zijn op ziekte maar op het verantwoording nemen voor de eigen gezondheid. Dit alles ingegeven om te komen tot zinnige en zuinige zorg. Veel burgers maakten al een omslag maar het zorgsysteem is hier niet op ingericht.

Zorgverleners zijn nog opgeleid in het aanbieden van interventies waarbij niet de vraag, maar het beroepsaanbod de markt stuurt. De hulpvragers zijn nog afhankelijk van het aanbod in kennis en kunde van zorgverleners. Immers, de professional is verantwoordelijk voor het realiseren van gezamenlijke besluitvorming en zelfmanagement. Inmiddels zijn er 2400 verschillende  zorgberoepen, die ruim 1700 zorgopleidingen hebben gevolgd, waarvan de inhoud  zeer gevarieerd kan zijn. En nog steeds komen er nieuwe beroepen bij in het kader van innovaties en taakverschuiving. Hoe dan bewust te kiezen voor de zorg  die je nodig hebt? Hoe vind je als hulpvrager de weg naar de juiste professional?

Innovatie van beroepen en opleidingen

Ik verwachtte aanbevelingen in het rapport van Zorginstituut Nederland: Innovatie in Beroepen en opleidingen (februari, 2013). Ook dit rapport bepleit een verschuiving van een ziektegerichte benadering naar het realiseren van functionele gezondheid. Het advies is niet uit te gaan van ziektebeelden maar van doelgroepen en populaties, waarbij de persoon en de leefomgeving centraal staan. Dit vraagt dus om meer generalisten én gepaste specialisatie en om samenwerken in teams waarbij innovatie en gebruik van technologie ondersteunend kunnen zijn. Een schets van de nieuwe vraag: maar geeft dit de juiste richting aan het aanbod?

Snoeien doet bloeien

De zorgkosten blijven stijgen, maatregelen in het zorgpakket leiden soms tot  ongewenste niet voorziene verschuivingen van kosten en feitelijk bepaalt het aanbod de vraag. Het aantal beroepsbeoefenaren en specialisaties groeit, opleidingen leiden steeds meer mensen op, maar voor een aantal beroepen geldt dat het perspectief na de opleiding beperkt is. Het aantal beroepsbeoefenaren, zorgberoepen en het aantal opleidingsplaatsen wordt niet ter discussie gesteld.  De verwachte krapte op de arbeidsmarkt in 2030 wordt door elke beroepsgroep en  opleiding aangegrepen om te groeien. Is het geen tijd voor een overwogen sanering? Minder beroepen, meer bundeling van competenties, kennis en vaardigheden en realloceren. Wellicht verwacht u dat dit gebeurt in innovaties gericht op taakherschikking?  Ik ben daar niet van overtuigd: ik zie dat veel innovaties nieuwe beroepen of specialisaties introduceren. Hierdoor ontstaat overlap. Als we nu toch toegaan naar doelgroepen-management in de wijk, is dit dan niet het moment om te  snoeien in het aantal beroepsgroepen? Op basis van afstemming tussen zorgbehoefte en competenties taken realloceren naar bestaande professionals in de wijk? Meer generalisten die specialisten weten te vinden voor consulten? De vraag beteugelen door het aanbod te reguleren? Maar wie durft er te snoeien aan de aanbodkant? De eerste faillissementen in de zorg zijn al een feit: zo kan het ook. Maar zou het dan toch niet beter zijn om het aanbod onder de loep te nemen, vast te stellen waar gesnoeid moet/kan worden en spelregels te formuleren waarmee het veld aan de slag kan?   

Zorg voor bewegen anno 2030

In 2030 zal ik 80 zijn en uitgedaagd worden mijn niet te vermijden achteruitgang  te managen. Ik heb voldoende kennis van lijf en leden maar twijfel of de  oefeningen die ik doe wel de juiste oplossing zijn om de trap nog op te komen. Ik ben tenslotte al een keer gevallen. Via mijn elektronische vraagbaak kom ik  bij het wijkteam rond mijn huisarts. Ik kan terecht met vragen rond voeding en  bewegen, psychische klachten en sociale en financiële vraagstukken en wordt geleid naar een bewegingsadviseur. In 2030 hebben fysiotherapeuten, ergotherapeuten  en oefentherapeuten ook op basis van wetenschappelijke bevindingen hun handen  in elkaar geslagen: wel zo makkelijk en veel doelmatiger.

Prof. dr Ria Nijhuis-van der Sanden is hoogleraar paramedische wetenschappen in het Radboudumc op de afdeling IQ healthcare.