De invloed van de crisis op onze gezondheid
Wat is de invloed van de economische crisis op de volksgezondheid? Een interessante vraag. Op korte termijn is duidelijk dat een dalende groei van de economie niet meteen nadelig is voor de gezondheid van de burgers. Zo is de levensverwachting sinds 2008 onverminderd blijven stijgen, ondanks de zwaarste economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar wetenschappelijk onderzoek laat zowel negatieve als positieve effecten van de crisis zien. Zo stijgt het aantal suïcides, maar daalt het aantal slachtoffers in het verkeer en zijn er indicaties voor een gezondere leefstijl - minder roken en drinken, meer bewegen en slapen - en minder hartinfarcten.
Maar dan. Hoe langer de economie stagneert, hoe meer dit beeld zal verslechteren. Dat komt vooral door de (zeer) schadelijke effecten van langdurige werkloosheid en sociale marginalisering voor de gezondheid. Mensen die voortijdig en onvrijwillig de arbeidsmarkt verlaten, lopen een groot risico om eerder dood te gaan. Als de lage groei aanhoudt zijn er dus redenen om ons zorgen te maken, vooral over de gezondheid van mensen met (blijvend) lage inkomens. Dit wordt versterkt omdat de betaalbaarheid van allerlei zorgarrangementen -waarvan juist deze groep vaak gebruik maakt - onder druk zal komen te staan.
Het effect van de crisis op de zorgkosten
Normaal gesproken groeien zorgkosten op de lange termijn iets harder dan de totale economie. Hoe rijker de samenleving, hoe meer zij uitgeeft aan gezondheidszorg. Omgekeerd volgt hieruit dat als de groei langdurig stagneert, de zorg juist ‘kleiner’ wordt. Meestal zit hier wel enige tijd tussen omdat de financiële instituties die dit alles regelen, aangepast moeten worden. Tot zover het macroniveau. Op individueel niveau geldt iets anders: ‘armere’ burgers doen vaker dan ‘rijkere’ een beroep op zorg. Dit maakt de eerste groep kwetsbaarder voor bezuinigingen op de zorg. Deze kwetsbaarheid hangt vooral af van de mate waarin burgers een beroep kunnen blijven doen op noodzakelijke zorg, op hoe krachtig de instituties doelmatigheid bevorderen en of ze verspilling tegengaan. Dit laatste is op lange termijn de enige manier om de huidige kernarrangementen in stand te blijven houden.
High value services > low value services
Of alle burgers een beroep kunnen blijven doen op noodzakelijke zorg, hangt onder andere af van de eigen betalingen. In tijden van crisis stijgen deze, terwijl de koopkracht juist daalt. Dit kan bij mensen met een laag inkomen leiden tot ‘vraaguitval’. Als vraaguitval leidt tot uitstel en afstel van noodzakelijke zorg, nemen de gezondheidsproblemen op termijn toe. Als we echter radicaal prioriteit geven aan noodzakelijke boven minder noodzakelijke zorg, dan wordt dit effect op de volksgezondheid minder - of zelfs niet - voelbaar. Feitelijk gaat het erom dat zorg met een lage toegevoegde waarde, zogenoemde low value services, buiten het collectieve systeem wordt gehouden. Welke zorg hiertoe behoort hangt af van (een mix van) verschillende zaken: een gebrek aan werkzaamheid, is er sprake van een beperkte of een te dragen ziektelast, in hoeverre is er sprake van geruststelling of vervulling van specifieke levenswensen, is er sprake van bovenmatig hoge kosten en zijn er ook ‘gratis’ alternatieven beschikbaar, zoals mantelzorg?
Iedereen moet iets doen!
Bovenstaande maakt duidelijk dat hoe langer de economische crisis duurt, hoe meer de volksgezondheid en de betaalbaarheid daarvan onder druk komen te staan. Dat vraagt om actie. Van iedereen. Want natuurlijk, een pakketautoriteit kan worden belast met de formele taak om low value services op te sporen en uit te bannen. Maar in de praktijk is dat niet voldoende en moet deze verantwoordelijkheid breder worden gedragen. Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s), zorgverzekeraars, zorgaanbieders en niet op de laatste plaats de professionals zelf, moeten ook een steentje bijdragen. Reductie van low value services is immers een kerndoelstelling van ons zorgsysteem dat voor een groot deel is ingericht op basis van een dynamische competitie op en ingebed in publieke belangen.
Dr. Patrick Jeurissen, programmaleider Celsus en coördinator Strategie bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport