Zorgkosten beheersen in het hart van Europa
In juni heb ik een bezoek gebracht aan de Brusselse vestiging van het Europese Parlement. Men organiseerde er een workshop om parlementariërs te informeren over patiëntveiligheid. Er waren vier van de 754 volksvertegenwoordigers op het evenement afgekomen. Aan het begin van de bijeenkomst althans. Na een half uurtje was er nog één over. De anderen moesten vliegtuigen halen of andere belangrijkere bijeenkomsten bezoeken. Ik kon me er iets bij voorstellen.
In de zaal zaten vooral vertegenwoordigers van Europese gezondheidsorganisaties. Elke zichzelf respecterende ziekte heeft een lobbyist in Brussel. Er zaten verrassend veel mooie jonge vrouwen in de zaal, die veel aandacht aan hun kleding en haardracht hadden besteed. Bovendien hadden ze allemaal modieuze grote handtassen bij zich. Ze noemen het Europees Parlement wel eens de catwalk van Brussel. Ik herkende het.
Dat veel overheden in Europa, met het oog op de crisis, vooral kostenbeheersing in de zorg tot prioriteit hebben verheven, was veel van de aanwezigen tegen het zere been. Patiëntveiligheid is te belangrijk om op te bezuinigen. Een geluid uit het parlement, dat meer geld moet worden uitgegeven aan verhoging van de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid, komt voor veel van de aanwezigen als geroepen. Ik haalde er mijn wenkbrauwen bij op.
Natuurlijk kan er in Europa op elk vlak worden samengewerkt. Er kunnen goede en slechte ervaringen tussen landen worden uitgewisseld bijvoorbeeld, en waar burgers, patiënten, ziekten en zorgverleners landsgrenzen oversteken kan enige afstemming gewenst zijn. Maar Europese samenwerking is niet gewenst omdat het in algemene zin een best belangrijk dossier is, of omdat de lidstaten het belang ervan niet inzien. En inderdaad, verhoging van patiëntveiligheid is vreselijk complex, maar ook dat is op zichzelf niet een reden om het op Europees niveau aan te pakken. Ik ben wat terughoudend.
Ik belde iemand die ik goed ken, en die voor het Europees parlement werkt. We spraken af in één van de vele koffiehoeken die het reusachtige complex rijk is. In tegenstelling tot de Nederlandse kantines kan er daar gelukkig bier worden besteld. Ik had het nodig.
Menno Aarnout, werkte de afgelopen drie jaar voor de Europese Unie in Guyana op het gebied van gezondheidszorg.