De wereld wordt grijs

Over de hele wereld wordt de bevolking gemiddeld ouder en neemt de behoefte aan ouderenzorg toe. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wijdde er op 25 en 26 april 2013 in Den Haag samen met het ministerie van VWS een conferentie aan: Building systems to adress functional decline and dependence in ageing populations. De verschillen in de wereld zijn groot. In sommige landen staat professionele ouderenzorg nog in de kinderschoenen. De zorg voor ouderen is daar een taak van de familie, de overheid heeft een beperkte rol en áls die rol er is, betreft het lokale overheden.

Andere landen kijken met enige jaloezie naar ons goed georganiseerde stelsel van langdurige zorg met een hoog kwaliteitsniveau en breed toegankelijk. Maar daar betalen we ook voor. Nederland besteedt het meest van alle landen in de wereld aan ouderenzorg, ruim drie procent van alles wat we met elkaar verdienen. In heel veel landen is dit nog geen procent. We kunnen het ons als rijk land veroorloven, maar met de echte vergrijzing voor de deur lopen ook wij tegen financiële grenzen aan. Voeg daarbij de financiële crisis en het is niet verbazingwekkend dat een belangrijke vraag - wereldwijd - is: hoe financieren landen hun zorg voor ouderen?

Is er een best practice? Wat moeten landen die nog aan het begin van hun economische ontwikkeling staan beslist niet doen? Hoe buigen ontwikkelde landen hun uitgavenpatroon bij? Geen gemakkelijke vragen. Alleen al het vinden van een definitie van langdurige zorg voor ouderen is een probleem. Waar hebben we het dan precies over? Bedoelen we alleen de echt medische zorg, zoals verpleging (health care), of gaat het ook over hulp bij het aankleden en douchen (social care), om hulp in de huishouding nog maar niet te noemen.

De verschillen tussen landen leiden ook tot heel verschillende beelden over en weer.

Als we het in Nederland hebben over meer technologie in de ouderenzorg dan denken we aan alarmering, beeldzorg en iPads in de thuiszorg. Veel ict dus. In Slowakije denken ze bij meer technologie aan tilliften. En eigenlijk zitten ze daar niet op te wachten, want dan kan het werk van twee medewerkers door een persoon worden gedaan. En er zijn al zo veel mensen werkloos.

Een vertegenwoordiger uit Thailand had het beeld van een gevangenis bij Europese verzorgingshuizen. ‘Als je ouders er eenmaal in zitten, krijg je ze er niet meer uit’. Ze noemde een voorbeeld uit Oostenrijk waar Thaise kinderen weer zelf voor hun ouders wilden gaan zorgen, maar omdat de ouders niet wilsbekwaam meer waren, mochten ze niet vertrekken uit het verzorgingstehuis. Een ontvoering bleek de enige oplossing...

Een arts uit India keek vol ongeloof toen hij hoorde over de uitgebreide intramurale zorg voor gehandicapten in ons land. Hij had nooit gedacht dat zoiets bestond.

Een hoogtepunt van de conferentie was een high level session, met daarin onder andere de oud-premier van België en huidig plaatsvervangend secretaris-generaal van de OESO, Yves Leterme,  Flavia Bustreo van de WHO, Martin Seychell van de Europese Commissie, Colette Samba Dehlot uit Kongo en onze eigen staatssecretaris van VWS Martin van Rijn. Speciaal ten behoeve van het panel publiceerde de Celsus academie een background paper Universal Challenge: Sustainable Long-Term Care, met daarin helder de wereldwijde uitdagingen, de theorie, de empirie en de beleidsimplicaties. Lees hier andere papers en achtergronddocumenten van de WHO-conferentie.

Evert Jan van Asselt, ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport